Direct naar artikelinhoud
Fotografie

Weergaloos retrospectief van filmer en fotograaf Johan van der Keuken ★★★★★

De tentoonstelling in het Nederlands Fotomuseum opent met Van der Keukens portretten van Lucebert, de kunstenaar met wie de filmer en fotograaf zich verwant voelde.

Lanusei, Sardinië, 1963.Beeld © Johan van der Keuken/Nederlands Fotomuseum

De eerste overzichtstentoonstelling in meer dan twintig jaar, écht? Wie Johan van der Keuken: De kunst waarvan ik het meest houd bezoekt, kan bijna niet anders dan zich verbijsterd afvragen: hoe is het mogelijk dat zo veel schoonheid en empathie voor de mens zo lang niet zijn getoond? Maar het gevoel tekortgedaan te zijn dat de fotografieliefhebber even bekruipt, maakt in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam gelukkig al gauw plaats voor de pure vreugde van het kijken. Naar tweehonderd weergaloze foto’s, filmfragmenten, boeken (en voorstudies daarvan) die het oeuvre van de Nederlandse fotograaf en filmer (1938-2001) in zijn volle rijkdom laten zien. In een tentoonstelling die je – ware het niet zo’n tuttig woord – voorbeeldig kunt noemen.

De Amsterdamse documentaire filmer en fotograaf Joan (later Johan) van der Keuken vestigde zijn naam in één klap in 1955 met het fotoboekje Wij zijn 17. Een bundeling portretten van Amsterdamse scholieren, ingeleid door Simon Carmiggelt, die zich rokend, wijn drinkend en melancholiek mijmerend tonen als de volwassenen die ze – volgens de volwassenen – nog niet hoorden te zijn. Schande werd er gesproken over het door Simon Carmiggelt ingeleide boek dat het levensgevoel weerspiegelde van de karig bedeelde naoorlogse generatie, en daarom behalve afkeuring ook enorme weerklank vond.

Zelfportret op 14-jarige leeftijd, 1953.Beeld Collectie Noshka van der Lely, Amsterdam © Johan van der Keuken/Nederlands Fotomuseum

De eigenzinnige portretten uit het boekje zijn op lekker groot formaat te zien in de tentoonstelling. Naast al die andere zwart-witfoto’s waarmee Van der Keuken zijn naam vestigde, aangemoedigd door die andere grote Nederlandse fotograaf: Ed van der Elsken (1925-1990). Van der Keukens portretten van hun beider generatiegenoot, de rebel Lucebert, openen de tentoonstelling, de schilder en dichter met wie de fotograaf grote verwantschap voelde.

Zoals Lucebert in zijn poëzie het woord opnieuw uitvond, zo schiep Van der Keuken een nieuwe beeldtaal. Parijs, waar een flink deel van zijn vroege werk tot stand kwam, is op zijn contrastrijke foto’s geen stad van romantiek en olala, maar van hard bestaan en op zichzelf teruggeworpen mensen, die in armoede soms steun vinden bij elkaar. Met als ongeëvenaard hoogtepunt de foto van op straat dansende Parijzenaars op Quatorze Juillet (1958), tegen een decor van afgebladderde muren en steigers.

Verkopers van lelietjes van dalen, Gare de Lyon (1956/1958), uit: ‘Paris mortel’, 1963.Beeld Collectie Maison Européenne de la Photographie, Parijs/ Nederlands Fotomuseum

De tentoonstelling volgt Van der Keukens ontwikkeling als filmer op de voet, met bijvoorbeeld fragmenten van zijn vroege film Blind kind (1964), waarin hij de protagonisten op de huid zit, en aantoont dat een visuele handicap veel meer is dan niet kunnen zien. Hun tactiele vermogens, de rol van geluid bij oriëntatie, de bewegingsvrijheid met de wit-rode stok, maar ook de hindernissen, zoals een opgebroken trottoir, brengen hun wereld verrassend dichtbij – na zestig jaar nog steeds onthullend.

Intrigerend is het om te zien hoe Van der Keuken steeds op zoek is naar manieren om de grenzen tussen het stilstaande beeld van foto’s en de beweging van film te slechten. Hij experimenteert met meervoudige opnamen (waarbij fotonegatieven elkaar deels overlappen) en collages, of presenteert één onderwerp in een serie van meerdere afdrukken, met een afwisseling van afstanden en invalshoeken. Zo zie je hoe de filmer die hij ook met de fotocamera was zijn onderwerp nieuwsgierig omsingelt: de leemte tussen de beelden vul je zelf filmisch in gedachten in.

Uit: ‘Achter glas’, 1957.Beeld Collectie Maison Européenne de la Photographie, Parijs © Johan van der Keuken/Nederlands Fotomuseum

Andersom zijn de films die hij over de hele wereld maakte – het door sluipschutters belegerde Sarajevo (1996), Bewogen koper (1993), het fameuze Amsterdam global village (1996) in multicultureel Amsterdam, De grote vakantie (aan het eind van zijn leven) – in zekere zin ook als foto’s te beschouwen. Steeds staat het kijken naar zijn eeuwige thema, menselijke gedragingen, voorop, ook al wordt dat ondersteund door beweging en – belangrijk, want sterk accentuerend – geluiden en muziek. Van der Keuken presenteert geen lineaire verhalen maar ontdooit en reanimeert als het ware de in foto's bevroren beelden. Je hóórt wel mensen praten, maar verstaan of letterlijk begrijpen hoeft niet. De camera vertelt alles.

Het lot van kinderen loopt als een rode draad door Van der Keukens oeuvre: ze belichamen de hoop en de kwetsbaarheid, de poëzie van het leven waarnaar hij met de camera steeds zocht. Een grandioze, niet zelden ontroerende zoektocht.

Frits Gierstberg (samenstelling): Johan van der Keuken – De kunst waarvan ik het meest houd. Uitgeverij Lecturis; 300 pagina’s; € 45,-.

Archief overgedragen 

In 2019 is het archief (negatieven, dia’s en teksten) van Johan van der Keuken overdragen aan het Nederlands Fotomuseum. De schenking is afkomstig van Noshka van der Lely, de weduwe van Van der Keuken, die betrokken was bij de totstandkoming van veel van zijn werk. Sinds het overlijden van Van der Keuken in 2001 heeft zij samen met haar huidige echtgenoot Willem van Zoetendaal (curator, ontwerper, uitgever) het archief onderhouden en bestudeerd. Hieruit zijn onder meer publicaties als Quatorze Juillet (2010)  en Paris mortel retouché  (2013) voortgekomen. Niet eerder gepubliceerde foto’s in die fraaie uitgaven werpen nieuw licht op Van der Keukens werkwijze.

Johan van der Keuken: De kunst waarvan ik het meest houd

Fotografie

★★★★★

Nederlands Fotomuseum, Rotterdam, t/m 5/2.